zondag 8 juni 2014

Pijnbestrijding Matera

Matera Gezondheidscentrum begon in 2003 als pijncentrum. Aan de basis van Matera lag een opleiding pijnbestrijding (analgesietherapie) aan Hogeschool Hanzesteden. Maar wat is nu pijn. Het is moeilijk om een goede definitie te geven van pijn. Laten we het toch proberen:
  • Pijn is een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring, die gepaard gaat met echte of mogelijke weefselbeschadiging (Int. Assoc. for the Study of Pain)
  • Pijn is een abnormale en penibele indruk die door een lichaamsdeel wordt gevoeld en door de hersenen wordt ervaren
  • Pijn is een elementaire waarschuwing voor dreigend gevaar. De reactie van het lichaam op de pijnprikkel biedt bescherming tegen het ontstaan van schade of voorkoming van meer schade
  • Pijn is een gevoel. Het is een subjectieve persoonlijke onaangename gewaarwording.
  • Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treedt op wanneer hij het zegt, daar waar hij het zegt en is zo intens als hij het zegt (McCaffery)
  • Pijn is Au (Prof. Crul)
  • Pijn is bevroren liefde (Ir. D.O. van Nieuwenhuijze)
Vele mensen worstelen met pijn. Uit onderzoek blijkt dat zelfs 1 op de 5 Nederlanders te kampen heeft met chronische pijnklachten. Pijn is het meest voorkomende symptoom van ziekte. Het bestrijden van pijn gaat samen met het verhogen van de kwaliteit van het leven.
Kenmerken van pijn
Pijn is een natuurlijk mechanisme van bescherming. Zonder pijn zouden we niet kunnen overleven. Pijn is een noodzakelijk waarschuwingssignaal dat ons erop attent maakt dat er ergens iets niet goed gaat en dat ons ervoor behoedt om risico's te lopen. Deze vorm van pijn heet ook acute pijn.
Hoe ontstaat acute pijn
De kale zenuwuiteinden van twee typen zenuwen, de snelle A delta en de langzamere C-vezels, zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van pijn in onze organen en weefsels. De zenuwvezels zijn gevoelig voor druk, temperatuur, trilling en de afgifte van neurotransmitters zoals oa. noradrenaline, serotonine, prostaglandine en substance P. Bij een pijnprikkel treedt eerst een stekende pijn op door actie van de snelle A delta vezels en daarna een brandend gevoel door activiteit van de C vezels. De vezels transporteren de pijnprikkels naar het achterste deel van het ruggenmerg. Vanaf de pijnplaats komen daarna neurotransmitterstoffen vrij. De snelle A delta vezels vervoeren de pijnprikkel via zenuwbanen aan de tegenovergestelde zijde van het lichaam naar het centrale pijnregelcentrum, de thalamus. Als de pijnprikkel voldoende sterk is bereikt deze, via de thalamus, onze hersenschors. Pas op dat moment worden we ons bewust van de pijn. In het centrale zenuwstelsel kan de pijnprikkel nog versterkt of verzwakt worden door de hoeveelheid en soort transmitterstoffen.
Ook de langzamere pijnprikkels, afkomstig uit de C vezels worden langs zenuwbanen van de tegenovergestelde zijde van het ruggenmerg vervoerd, maar schakelen dan over op andere gedeelten van het verlengde merg om daarna de thalamus te bereiken. De overdracht van deze pijnprikkels kan geremd of gestimuleerd worden door afdalende remmende pijnbanen vanuit de hersenen naar het ruggenmerg. Hierbij spelen endorfines een rol maar ook stoffen als serotonine en noradrenaline. Acute pijn kan ook leiden tot een zogenaamde stress-respons, deze is afhankelijk van de duur en de omvang van de pijn. In deze respons vindt er spanningstoename in de spieren plaats, versnellen polsslag en ademhaling en stijgt de bloeddruk.
Het ontstaan van chronische pijn
Als een pijn langer duurt (in sommige definities 3 tot 6 maanden) is er sprake van chronische pijn. Bij chronische pijn kijken we echter meer naar de oorzaak dan naar de duur van de pijn. Het typerende is dat chronische pijn geen signaalfunctie meer heeft, maar het belemmert ons in ons bestaan. iemand die aan chronische pijn lijdt kan ook psychisch veranderen. Voor het ontstaan van chronische pijn zijn diverse oorzaken te noemen, sommige daarvan zijn wetenschappelijk, andere niet bewezen. Vast staat dat het neurotransmittersysteem bij chronische pijn veranderingen ondergaat. Mogelijke oorzaken:
  • Het type neurotransmitterstof kan veranderen.
  • Het aantal en type receptoren kan veranderen. Bij chronische neuropatische pijn is oa. aangetoond dat een bepaald soort receptor (NMDA) in het ruggenmerg een belangrijke rol speelt.
  • Binnen het zenuwstelsel kunnen nieuwe verbindingen gevormd worden tussen zenuwen of zenuwbundels en ontstaat een soort van pijngeheugen.
Factoren die pijn mede bepalen
  • Een erfelijke bepaling van pijn (neurotransmitterstoffen en hoeveelheid receptoren) kan een rol spelen bij de pijngevoeligheid.
  • De omgeving of cultuur kan een rol spelen.
  • Het moment waarop de pijnprikkel wordt toegediend en de toestand waarin wij op dat moment verkeren, hebben ook invloed op het pijnniveau.

Model van Loeser
De Amerikaanse pijnspecialist Loeser, stelde een klassiek model op over pijn en pijnbeleving. Allereerst is er de pijnprikkel (nocicepsis) en vervolgens ontstaat de pijn, gevolgd door het lijden aan pijn en daarna het pijngedrag.
Soorten pijn
  • Acute en subacute pijn, waarbij een duidelijke oorzaak bestaat (pijn na trauma, pijn bij kanker, reuma).
  • Chronische pijn, met soms een aanwijsbare en soms geen aanwijsbare oorzaak.
  • Centrale pijn, pijn in het zenuwstelsel zelf.


Naar de plaats:
Nociceptief, prikkeling van de kale zenuwuiteinden van de eerder genoemde A delta en C vezels.
Neuropatische pijn, door beschadiging van het zenuwweefsel zelf
Pijn veroorzaakt door psychologische factoren (oa. depressiviteit)
Meting van pijn
Alhoewel pijngedrag een subjectieve beleving is, proberen we pijn op verschillende manieren te meten. Parameters kunnen oa. zijn:
  • Aantal uren per dag dat de patiënt op bed doorbrengt.
  • Geneesmiddelengebruik, welke en hoeveelheid.
  • Activiteiten (A), Dagelijks (D) Leven (L) niveau.
  • VAS schaal, pijnbeleving van de patiënt zelf op een schaal van 1 tot 10
Bij chronische pijnpatiënten kan het bijhouden van een pijndagboek veel informatie verschaffen over de pijnbeleving en het pijngedrag. Het geeft ook een objectief beeld van het activiteitenpatroon van de patiënt.
Behandeling van pijnklachten
Voor het vaststellen van de diagnose is in eerste instantie een goed inzicht in de ziektegeschiedenis nodig. Wij raden u aan om zoveel mogelijk gegevens mee te brengen. Daarnaast is een uitgebreid intakegesprek, lichamelijk onderzoek en eventueel verder onderzoek nodig om de oorzaak op te sporen. Op dat moment kan men vaststellen of de oorzaak van de pijn weggenomen kan worden, of dat alleen het symptoom pijn te bestrijden is.

Laat uw Ziel het oor lenen aan iedere kreet van smart, zoals de lotus zijn hart opent om de morgenzon te drinken.
Laat niet de felle zon één traan van smart drogen voordat u die zelf hebt afgewist van het gelaat wie lijdt.
Maar laat elke brandende mensentraan op uw hart neerdruppelen en daar verblijven en wis hem ook nooit af voordat de smart, die hem veroorzaakte, is weggenomen.
De stem van Stilte van H.P. Blavatsky

Geen opmerkingen:

Een reactie posten